Over

Wanneer de context het rechtvaardigt, worden scholen uitgerust met energiezuinige ovens, waardoor tot 50% minder hout́ nodig is. Zo besparen ze niet alleen CO2, maar verminderen ze ook de hoeveelheid gebruikt hout en dus de ontbossing. Volgens het WWF bespaart elke nieuwe oven 13 ton CO2 per jaar en 35 kg hout per dag.

Bovendien beperken deze ovens het energieverlies tijdens het koken en produceren zij 75% minder roet dan open vuur, waardoor de gezondheid van de koks wordt beschermd (voorheen kookten ze op een open vuur in de hut), en wordt door het gebruik van deze ovens de tijd die nodig is om maaltijden te bereiden met de helft verminderd.

De voordelen van deze energiezuinige ovens zijn legio:

• Vermindering van de CO2-uitstoot: voor energiezuinige ovens is minder hout nodig dan voor het koken met open haard. Zij verminderen dus de CO2-uitstoot.

• Vermindering van de ontbossing: De productie en het gebruik van hout dragen aanzienlijk bij tot de ontbossing. Zoals hierboven vermeld, hebben laagenergie ovens/stoven minder hout nodig dan conventionele stoven en
en zo bijdragen tot het terugdringen van de ontbossing.

• Verbeterde luchtkwaliteit: ze branden sneller en produceren minder rook en fijne stof. Het gebruik ervan leidt dus tot een verbetering van de luchtkwaliteit en vooral van de luchtkwaliteit binnenshuis, waardoor de gezondheid van de koks wordt beschermd. Als een vrouw de hele dag boven een open vuur kookt, zou zij het equivalent van 2 pakjes sigaretten per dag inademen.

• Lagere brandstofkosten: Omdat deze oven/stoven efficiënter zijn dan traditionele kolengestookte ovens/stoven, vergen ze minder brandstof en besparen ze dus geld.

• Kortere voorbereidingstijd voor maaltijden: Doordat deze ovens sneller branden, wordt de tijd die nodig is om maaltijden te bereiden met de helft verminderd.